top of page
Foto van schrijverTeam (Gelijk)waardig Herstel

Update 12 juni

Bijgewerkt op: 19 jun.

Inleiding

Stichting (Gelijk)waardig Herstel (SGH) is dankbaar voor het in ons gestelde vertrouwen om samen met vele maatschappelijk gemotiveerde organisaties en professionals een onafhankelijke herstelroute neer te zetten en tot uitvoering te brengen. Juist omdat de aanpak 2,5 jaar lang met benadeelde ouders en kinderen is ontworpen en ook nu met ouders als bronexperts wordt uitgevoerd, is SGH is zich elke dag bewust van de intensiteit en omvang van deze opgave.


Vertrouwen, heling en verzoening

De civielrechtelijke SGH-route is gestoeld op de letselschadepraktijk en is een combinatie van massaschadeafwikkeling met individuele (rechts)erkenning van onschuld, onrecht en leed. Ieder mens wordt op zich gezien en gehoord. Dankzij de vrijwillige inspanningen van inmiddels duizenden mede-inwoners van Nederland die als Luisterend Schrijvers naar voren stappen, wordt de door allen zo gewenste maatschappelijke wederopbouw van verbinding en vertrouwen, mogelijk. De wekelijkse collectieve Ondertekenceremonie in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag waarin iedere ouder en een vertegenwoordiger van de Staat in gelijkwaardigheid de individuele VSO’s ondertekenen en de excuses in persoon worden gemaakt, levert een belangrijke bijdrage aan de heling en verzoening tussen overheid en de benadeelde burgers.


We zijn geraakt door het (broze) vertrouwen van ouders, hun dankbaarheid over het SGH-proces van begin tot eind (hoewel er uiteraard steeds leerpunten zijn) en de kracht van gezinnen om na afronding het slachtofferschap achter zich te laten en weer een nieuw begin maken als gelijkwaardige mede-inwoners van Nederland.


Voortvarende uitvoering

SGH is het ministerie van Financiën erkentelijk voor het feit dat het SGH de verantwoordelijkheid heeft gegund om eind oktober 2023 een pilot te starten. SGH heeft de afgelopen zes maanden met grote toewijding, professionaliteit en betrokkenheid een organisatie en lopende hersteloperatie neergezet. Inmiddels zijn zo’n 2300 erkend gedupeerde mensen bezig met hun herstel via de SGH-route.


Rond de eenzijdige en plotselinge stopzetting van de pilot was SGH gegroeid naar een organisatie die de afronding verzorgde van ±50 C-VSOs per week. Voorbereidingen waren gaande om stapsgewijs op te schalen naar ±350 C-VSOs per week. Ook de benodigde menskracht stond klaar via de professionele SGH-partners. SGH rapporteert wekelijks over resultaten en geleerde lessen via haar website en communicatie met relevante betrokkenen binnen en buiten de brede hersteloperatie.


Zicht op urgentie en zwaarte van problematiek via Vindplaatsen-methodiek

Cruciaal om te onderstrepen is dat SGH werkt op basis van een fijnmazige instroom van erkend gedupeerde mensen (in bezit van IB-gedupeerdheid). SGH werkt nauw samen met ‘Vindplaatsen’: advocaten, gemeenten, UHT, IPW, OT, OTB, georganiseerde oudergroepen verwijzen mensen naar SGH. In deze Vindplaatsen-methodiek is een sterke verbinding met de betreffende gedupeerden. Mede dankzij hun zicht op urgentie en zwaarte, zo is in de afgelopen zes maanden gebleken, zijn door SGH fors meer erkend gedupeerden bediend bij wie de onterechte terugvorderingen van grote impact zijn (geweest) op hun levens.  In de opschaling is het de diepe wens om dit natuurlijke triage-proces in stand te laten en mee te schalen met de natuurlijke instroom van erkend gedupeerden.


Het optuigen van een centraal aanmeldportaal met een einddatum van 31 december 2024 heeft als risico dat er geen zicht meer is op de mensen voor wie de hulp het hardst nodig is en dat er kunstmatig een wachtrij wordt gecreëerd die in de praktijk niet aan de orde is.


Er is in de afgelopen zes maanden door SGH aan advocaten gevraagd (10 000 – 13 000 erkend gedupeerden) cliënten stapsgewijs te laten instromen bij SGH. Deze Vindplaatsen-methodiek heeft juist voor hard geraakte gedupeerden zeer goed gefunctioneerd.


Dat laat onverlet dat ouders zich ook via de reguliere wijze kunnen aanmelden. Ook ouders tonen begrip en respect voor de methodiek. Zij worden steeds bij aanmelding op collectieve wijze geïnformeerd over het werkproces van SGH en dat het emotioneel ook veel inspanning en tijd vraagt om het Feitenrelaas op te stellen met een Luisterend Schrijver. Deze wekelijkse bijeenkomsten worden goed bezocht en kunnen extra inzicht geven in acute problematiek.


Deze mensgerichte werkwijze is in de bijzondere situatie van de kinderopvangtoeslagaffaire, een goed functionerend alternatief voor de systeemgedachte van het ‘first in first out’ (wachtrij)principe.

 

Momentopname en risico-analyse

SGH maakt zich momenteel grote zorgen over de moedeloosheid van ouders, die nu niet meer weten waar ze aan toe zijn. Zij geven aan dat zij dit niet lang volhouden. Dagelijks ontvangt SGH vele vragen en indringende berichten van ouders die zich gevangen voelen en maar niet verder kunnen met hun leven. Dit is niet alleen van grote impact op henzelf en hun (werk)situatie maar ook op hun kinderen. Vanuit onze mede-verantwoordelijkheid naar ouders en alle vrijwillige en professionele betrokkenen, zien we op korte termijn de volgende risico’s:


  1. In de afgelopen weken heeft SGH diverse zware crisisinterventies moeten inroepen. Het risico bestaat dat de situatie van onduidelijkheid voor ouders kan veranderen in een situatie van uitzichtloosheid.

  2. Er is toenemende onrust. Het risico bestaat dat ouders gerechtelijke procedures tegen de overheid zullen starten om hun VSO en / of deelname aan het C-VSO proces af te dwingen.

  3. Alle operationele maatregelen die genomen waren om stapsgewijs op te schalen zijn tot stilstand gekomen. Het risico bestaat dat het benodigde vertrouwen van partners, vrijwilligers en andere betrokkenen al snel eindig is.


SGH ziet het als haar morele plicht en professionele verantwoordelijkheid om deze risico’s in transparantie te delen. SGH doet wat in haar vermogen ligt om deze risico’s te mitigeren maar kan er niet voor instaan dat een of meer risico’s zich verwezenlijken.


Hoe nu verder?

Een pilot heeft tot doel om werkprocessen steeds verder te verfijnen, werkinstructies af te stemmen en een organisatie gereed te maken voor opschaling – uiteraard in constructieve verbinding met alle relevante betrokkenen en met waarborging van integriteit.


Verfijning van het Herstelmodel o.b.v. de eerste 300 getekende VSOs

SGH heeft de operatie ingericht op continue feedback loops vanuit ouders en kinderen, Luisterend Schrijvers, Schade Analisten en Coördinatoren, het ministerie van Financiën, gemeenten en andere relevante spelers.


Van meet af aan heeft SGH aangegeven dat na ondertekening van 300 VSOs het Herstelmodel opnieuw gekalibreerd zou worden door de onafhankelijke Validatiecommissie. Ook hebben we gedurende de pilot steeds actief feedback omgezet in het verder robuust maken van het schadeanalyse proces. In de evaluatie van de SGH-herstelroute door het ministerie Financiën o.b.v. 91 VSOs is een aantal aanbevelingen gedaan. De aanbevelingen vanuit het ministerie van Financiën worden door SGH in het kalibratieproces betrokken.


SGH doet in het kader van de kalibratie de volgende aanpassingen in de werkprocessen die de uitlegbaarheid en navolgbaarheid ten goede komen:

  1. De schade analyse valt binnen de kaders van de Wht (startdatum, gedupeerdheid)

  2. Voor ingewikkelde situaties wordt een overlegtafel ingericht.

  3. Per gezin is er één aanvrager.

  4. Een aantal schadeposten wordt verfijnd, zoals ·       Voorkomen van stapeling van posten ·       Ziekteuitkering wordt verdisconteerd met inkomensschade ·       Basisbedrag inkomensschade wordt gebaseerd op meerdere variabelen

  5. Heldere afspraken tussen het ministerie van Financiën en SGH over het opleveringsniveau van de schadeanalyse en ondersteunende documenten en aannemelijkheids-motivering.


Onderwerpen van uitvoerbaarheid

Een tweetal aanbevelingen in de evaluatie van het ministerie van Financiën betreffen onderwerpen van uitvoerbaarheid. Deze zijn onderdeel van het lopende gesprek tussen SGH en het ministerie. Hieronder in samenvatting de redeneerlijn van SGH.


  1. Saldering van Schulden: onverrekenbaar, moeilijk uitvoerbaar en operationeel vertragend Schade is iets heel anders dan schulden. Deze zijn dus lastig met elkaar te verrekenen. Het salderen van schulden met de schadevergoeding is zowel operationeel als in termen van rechtvaardigheid moeilijk uitvoerbaar en zou tevens leiden tot forse vertraging van de hersteloperatie (wat ook weer veel uitvoeringskosten met zich meebrengt): 

    1. Integratie van SBN in het proces van SGH. Dat leidt minimaal tot een jaar stilstand.  

    2. Probleem van privacy en gegevenswisseling.  

    3. Grotere tegenstellingen en meer oneerlijke uitkomsten. In de schuldenregeling zijn alleen de opeisbare private schulden overgenomen, en niet de niet-opeisbare, zoals leningen binnen familie. Dat veroorzaakt bij verrekening met schade nog meer ongelijkheid.  

    4. Ook zijn schulden kwijtgescholden of overgenomen. Daarmee is afstand gedaan van die vordering en is het daarmee afgesloten. Door deze achteraf alsnog fictief te betrekken in de berekening van aanvullende schade, wordt dit afgesloten onderdeel wederom opengebroken.  

    5. In de andere routes (CWS en regieroute van het ministerie) vindt ook geen saldering plaats van schulden.  

    6. De gedachte is de afgelopen jaren ook niet eerder opgekomen. 

  2. Externe partij als controleur van de schadestaten SGH erkent uiteraard de eigen plicht van de Staat om te controleren of een af te sluiten VSO rechtmatig is en voldoet aan de vooraf gestelde voorwaarden. Ook besproken is het belang om de privacy van de ouder te waarborgen en het vertrouwen van ouders te versterken. Dit spreekt voor de keuze om deze controle te beleggen bij een externe partij. SGH kan zich vinden in deze specifieke aanbeveling in het evaluatierapport. Vanuit perspectief van SGH moet deze controle-stap wel passen in de uitgangspunten en afgesproken doorlooptijd van de SGH-route. SGH moet grip houden op de uitvoering en de ouderervaring en gecommuniceerde termijnen kunnen waarmaken richting ouders. De situatie dat SGH wordt onderworpen aan controle en toetsing zonder dat zij op de hoogte is welke toetsingscriteria gelden, is niet wenselijk. Evenmin is wenselijk dat toetsingscriteria worden aangepast zonder dat SGH daarin wordt gekend (zo meende SGH tijdens de pilot een rechtmatigheidstoets te moeten invullen ter toelichting op de gemaakte schade analyse maar bleek het later te gaan om individuele uitlegbaarheid van elke schade analyse op zich). SGH meent dat het in ieders belang is dat het opdrachtgeverschap van de externe partij meerdere perspectieven waarborgt en dat alle aspecten in het opdrachtgeverschap geborgd dienen te worden:

    • Verantwoordelijkheid van de Staat op de rechtmatige betaling;

    • Vertrouwen van ouders en SGH in de neutraliteit van de externe partij;

    • Aanvaarding door de externe partij van de uitgangspunten van SGH als kernwaarden;

    • Mogelijkheid van verbinding tussen externe partij en SGH om uitvoeringsdoelen te bespreken (zoals het behalen van afgesproken termijnen zodat uitvoering door externe partij en communicatie SGH met de ouders naadloos op elkaar aansluiten);

    • Controle op gezamenlijk afgestemde toetsingscriteria en afstemming van eventuele wijzigingen;

    • Mogelijkheid voor SGH en ministerie van Financiën om in gezamenlijkheid en gelijkwaardigheid te leren van de uitkomsten van de controle om daarmee de door beide partijen gewenste lerende aanpak te blijven borgen;

    • Om consistent te blijven met de SGH-ambitie om de eigen uitvoeringskosten tot een minimum te beperken, heeft het de voorkeur van SGH dat ook deze externe partij tegen het sociale tarief werkt.

 

Uitlegbaarheid en navolgbaarheid: integrale zienswijze

Uiteraard wil ook de SGH-route uitlegbaar en navolgbaar zijn. SGH bekijkt deze beide ijkpunten integraal, namelijk vanuit de combinatie van

  • het Nederlands recht (uitlegbaarheid van de normbedragen);

  • ervaring van ouders van rechtvaardigheid;

  • uitvoeringskosten;

  • versnelling van de hersteloperatie;

  • uitbetaalde C-VSO schadebedragen.


Bij SGH draagt zorg voor een combinatie van positieve ouderbeleving, schaalbaarheid van werkwijze, lage uitvoeringskosten en zorgvuldige en eenduidige toepassing van het SGH-proces van procedurele rechtvaardigheid. In combinatie hiermee zorgt het Herstelmodel voor transparantie, financiële voorspelbaarheid en versnelling van de hersteloperatie. SGH plaatst uitlegbaarheid en navolgbaarheid dan ook steeds in de context van de gehele hersteloperatie en de andere herstelroutes.


Samenwerking en gelijkheid van evaluatie alle herstelroutes

De civielrechtelijke SGH-route is niet vergelijkbaar met de bestuursrechtelijke CWS-route. Als er al een vergelijking getrokken zou moeten worden, is het met de VSO regie-route van het ministerie van Financiën. SGH juicht transparante samenwerking met andere herstelroutes toe en zou graag zien dat alle routes door eenzelfde onafhankelijke partij (zoals bijvoorbeeld het Kenniscentrum van de Raad voor Rechtsbijstand) periodiek worden geëvalueerd en dat hieruit lessen worden geleerd en toegepast.


Onderwerpen van rechtvaardigheid en toegang tot het recht

Een erkend gedupeerde ouder kan niet op basis van beleidsmatige afwegingen toegang tot een route worden geweigerd. Zij zijn immers benadeelden van een onrechtmatige daad en hebben een recht op een eerlijk proces als het gaat om het vaststellen van schade.


SGH kan ook voor ex-partners en OGS-benadeelden een schikkingsroute ontwerpen. Dat ontwerp zal in goed overleg met het ministerie van Financiën tot stand moeten worden gebracht zodat uitvoerbaarheid, robuustheid en uitlegbaarheid en navolgbaarheid gewaarborgd zijn. Uitsluiting van beleidsmatig definieerde groepen van benadeelden (OGS, ex-partners) is vanuit het Nederlands recht onwenselijk. In lijn met het beginsel van rechtsgelijkheid zouden benadeelden zelf de keuze mogen maken welke route het beste past.


Onderstaande onderwerpen die raken aan rechtvaardigheid en toegang tot het recht zijn ook onderdeel van het lopende gesprek tussen SGH en het ministerie.


  1. Uitlegbaarheid van inkomensschade SGH en het ministerie van Financiën hebben een verschillend beeld bij de hoogte van inkomensschade. SGH baseert haar beeld en normbedrag op in de letselschadepraktijk gebruikelijke en gangbare berekeningsgrondslagen. Bij SGH staat het collectiviteitsbeginsel voorop. Dat betekent dat per impactvolle gebeurtenis voor iedereen hetzelfde bedrag geldt. Dat maakt ook dat de rekenmethodiek snel en robuust tot een uitkomst leidt.

  2. Het ministerie baseert zich op resultaten van CWS en de regieroute. SGH is met deze resultaten en de onderliggende werkwijze niet bekend. Een verschil kan deels verklaard worden omdat SGH een abstract normbedrag hanteert dat voor elke erkend gedupeerde gelijk is. CWS en de regieroute werken, zo SGH begrijpt, met werkelijke schade. In het evaluatierapport is de aanbeveling gedaan om de verschillen tussen de routes niet met elkaar te vergelijken omdat een abstractie rekenmethode nu eenmaal tot een andere uitkomst leidt en ook iets anders vraagt in het proces er naartoe dan een rekenmethode waarbij er getracht wordt de werkelijkheid te reconstrueren en details voorop staan. Dat is ook het verschil tussen 350 VSOs per week of 15 adviezen per week. Over de gehanteerde berekening inkomensschade berekening in de regieroute is niet veel bekend. SGH en het ministerie zijn in gesprek om de verschillende zienswijzen, uitkomsten en mogelijkheden rondom inkomensschade gezamenlijk voor te leggen aan experts op het gebied van letselschade, waaronder de Validatiecommissie. Voor SGH is het essentieel dat de uitkomst ook steeds uitlegbaar is aan ouders vanuit het Nederlands recht, dat het passend blijft in de gehele opzet van het Herstelmodel en de daarbij behorende werkwijze van procedurele rechtvaardigheid en ruimhartigheid. Als dit evenwicht uit beeld raakt, bestaat het reële risico dat schikkingsvoorstellen niet worden aanvaard en alsnog vele rechtszaken volgen en ouders en hun kinderen nog steeds de draad van hun leven niet kunnen oppakken.

  3. Animo, aannemelijkheid en uitlegbaarheid Er leeft een zorg bij het ministerie over het animo voor de SGH-route. Indien het animo 100% van de erkend gedupeerde ouders zou zijn, dan zou dit ten koste gaan van de schaalbaarheid en snelheid van behandeling. SGH acht het realistisch op te schalen zodat in 2 jaar tijd 25 000 erkend gedupeerde ouders die hiervoor kiezen, inzicht kunnen krijgen in hun recht op aanvullende schade via een schikkingsvoorstel. Mocht een groter aantal ouders zich melden, dan zou het traject 4 jaar duren. SGH zal zorgdragen dat het gedurende deze periode in verbinding staat met ouders en steeds transparant en eerlijk communiceren over de mogelijkheden, uitdagingen en beperkingen. De verdere activatie van de samenleving speelt hierin een grote rol. Het animo van intrinsiek gemotiveerde organisaties om de grote aantallen Luisterend Schrijvers te helpen activeren, is groot gebleken. Ook ziet SGH mogelijkheden om op basis van opgedane goede ervaringen tijdens de pilot met het activeren van individuele ambtenaren in gemeenten en rijksoverheid, bestaat een grote potentie in aantallen waardoor ouders in rust en zorgvuldigheid aan het schrijfproces kunnen beginnen, ook al duurt de start van de schade analyse fase iets langer. Vanaf aanmelding weten ouders dat het een emotioneel zwaar proces is, waarin ze alle gebeurtenissen en verloren jaren moeten herbeleven om een gedetailleerd Feitenrelaas samen met een Luisterend Schrijver tot stand te brengen. De schadeberekening zet het leed door de gebeurtenissen om in schadeposten met normbedragen in lijn met het Nederlands recht. Geen Feitenrelaas en schadeberekening is dan ook hetzelfde. Het eindbedrag is een optelsom van het aangedane leed. SGH werkt op basis van het 8-ogen principe (Luisterend Schrijver, Schade Analist, Senior Schade Analist, Kwaliteitscheck). Vervolgens kijkt een team van het ministerie van Financiën ook nog naar de schade analyse en onderliggende documentatie. SGH betrekt in de schade analyse de algemene rechtsbeginselen die gelden in het civiele bewijsrecht, en dan met name waar het zaken betreft waarbij de onrechtmatigheid vaststaat en de schade-veroorzakende gebeurtenissen in een ver verleden liggen. Standaard jurisprudentie is dat van de benadeelde niet verwacht kan worden dat hij / zij het bewijs levert hoe het leven was verlopen als de schade-veroorzakende gebeurtenis niet zou hebben plaatsgevonden. Het gebrek aan bewijs en het lange tijdsverloop liggen in de risicosfeer van de aansprakelijke partij (in dit geval de Staat). De causaliteitsmaatstaf die SGH in haar proces toepast is dan ook gebaseerd op de jurisprudentie rondom bewijs- en aannemelijkheid in letselschadezaken. Dit laat onverlet dat de SGH-schade analisten uiterst zorgvuldig en in lijn met hun beroepsethiek de schade moeten kunnen plaatsen in de combinatie van het Feitenrelaas, IB-beschikking en de ondersteunende documenten. Alleen als hieruit een logisch, samenhangend en consistent beeld naar voren komt, kan aan een erkend gedupeerde een schikkingsvoorstel worden gedaan. Ouders worden ook steeds in transparantie meegenomen in hoe iedere fase wordt ingericht.

 

Voor het succes in de volgende fase zal SGH de volgende waarden blijven bewaken:

  1. Uitgangspunten van eigen regie, vertrouwen, neutraliteit en collectiviteit.

  2. Doelstelling van SGH op korte termijn blijft om op menselijke, rechtvaardige en uitlegbare manier tot een afronding te komen, zodat er ook in andere herstelroutes meer ruimte ontstaat voor complexe situaties.

  3. Waarborging van de privacy van de ouders.

  4. Vertrouwen van ouders in de neutraliteit van SGH om het juridisch conflict tussen de Staat en erkend gedupeerde mensen tot een afronding te brengen.

  5. Regie op alle onderdelen van het SGH-proces zodat SGH kan waarmaken wat ouders mogen verwachten en tot versnelling leidt: een menselijke en integrale herstelaanpak van procedurele rechtvaardigheid.

  6. Gelijkwaardige en constructieve samenwerking met alle betrokkenen in de hersteloperatie binnen en buiten de overheid (Ministerie van Financiën, oudercommissie, CWS, BAC, andere uitvoeringsorganisaties zoals IPW, OT, OTB, gemeenten, NOvA, Raad voor Rechtsbijstand, Ombudsman, wetenschap).

  7. Erkenning van SGH als welkome partij om het juridisch conflict tussen overheid en erkend benadeelde burgers te helpen oplossen.

  8. SGH is als onafhankelijke stichting méér dan een herstelroute: het is daarnaast ook een Veilige Haven en  Kenniscentrum over herstel, heling en verzoening. De SGH-probleem analyse en werkwijze sluit aan bij meerdere belangrijke wetenschappelijke bronnen. [1]

  9. Het Feitenrelaas is veel meer dan de basis van een schadeberekening. Het staat in feite voor herwonnen identiteit en uitkomst van verbinding met een mede-inwoner van Nederland. Het Feitenrelaas kan ook van waarde zijn en tot versnelling leiden wanneer het wordt gebruikt als basis van afronding van de brede ondersteuning via gemeenten en daarmee afronding van het juridisch conflict. Ouders die daarna nog hulp nodig hebben, doen dat dan via de reguliere sociaal domeinregelingen.


Tot slot

De belangrijkste aanbeveling in het evaluatierapport van het ministerie is dat de SGH-pilot gecontinueerd moet worden en dat gelijktijdig inspanningen worden gepleegd om tot het opschalingsbesluit te komen. SGH heeft in deze update uitgewerkt welke aanpassingen zijn doorgevoerd en wat de redeneerlijn is achter de onderwerpen van gesprek. SGH hoopt dat deze gesprekken snel leiden tot voortzetting van de pilot en / of opschaling tot een volwaardige reguliere route.

Belangrijkste om niet uit het oog te verliezen is wat er staat in de memorie van toelichting in de Wet herstel toeslagen: “met de hersteloperatie probeert de overheid “gedupeerden recht te doen en hen te helpen om een nieuwe start te maken. De overheid biedt gedupeerden een zo breed mogelijk en samenhangend mogelijk herstel, onder andere door erkenning van gemaakte fouten en van het leed, een forfaitaire regeling (…) en brede ondersteuning die gedupeerden moet helpen om de draad van het leven weer op te pakken.



“In de uiteindelijke vormgeving van de hersteloperatie en daarmee in dit wetsvoorstel, is een aantal principes als uitgangspunt genomen. De kern daarvan is een persoonlijke benadering met keuzevrijheid en regie voor gedupeerden, consistentie en gelijke behandeling, ruimhartigheid en zorgvuldigheid.”



 

 [1] Rapport van de Ombudsman: Herstel bieden, een vak apartElkaar eerlijk behandelen over procedurele rechtvaardigheid van Mr Kees van den BosRijksoverheid Beleidskompas: Wat is het probleem? Wat is het beoogd doel? Wat zijn de opties om het doel te realiseren? Wat zijn de gevolgen van deze opties? Wat is de voorkeursoptie? Zie https://www.kcbr.nl/beleid-en-regelgeving-ontwikkelen/De mensen achter de grote getallen – een empirisch-juridisch onderzoek naar de belangen van benadeelden in situaties van massaschade (Karlijn van Doorn)

 

Gerelateerde posts

Update 15 november 2024

Vandaag maakte Nora Achahbar haar voorgenomen ontslag bekend als staatssecretaris van Toeslagen en Douane. We ontvangen vele vragen over...

Reactie op artikel NRC

05/06 november 2024 Vanochtend lazen we dat NRC opnieuw een artikel heeft geplaatst dat vol onjuistheden en tegenstrijdigheden staat en...

BERICHT AAN DE SGH COMMUNITY

24 oktober 2024 Bericht aan de SGH Community van benadeelde kinderen, jongeren en ouders, Luisterend Schrijvers, Partners en andere...

bottom of page